Ledenverhaal Pieter Potters – BAJK lid

Mei 2024

Naam: Pieter Potters
Leeftijd: 28 jaar
Plaats: Heerle
Bedrijf: Akkerbouw (groentes en uitgangs- materiaal)

In het ‘Voortontwerp BPLG’ stoor ik mij aan de volgende zin: “Ook de bodemkwaliteit is achteruitgegaan, waardoor een toekomstbestendige landbouw, water- en natuurdoelen moeilijker te realiseren zijn.” Hiermee word gesuggereerd dat de kwaliteit van de bodem door de jaren is verslechterd. Op mijn bedrijf en bij bedrijven in de regio zie ik het tegenovergestelde. Er is veel geïnvesteerd in technieken om bodemverdichting te voorkomen. Ook worden anorganische meststoffen vervangen door organische bodemverbeteraars om het organische stof gehalte te verhogen.

Ten tweede worden agrarische percelen onderverdeeld in drie categorieën: ruggen, flanken en beekdalen. Waarbij op de ruggen en beekdalen geëxtensiveerd dient te worden. Dit op basis van het water- en bodemsysteem van beide categorieën. Deze extensivering is onnodig, door maatregelen in het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn wordt er al een extensiever bouwplan aangehouden op percelen, door een bouwplan met 1 op de 4 jaar een rustgewas (in 2027 zelfs: 1 op 3), bufferstroken rond waterlichamen (1, 3 of 5 meter) en het zaaien van een vanggewas na hoofdteelt. Agrariërs hebben sinds vorig seizoen deze maatregelen toegepast, hiervan zijn geen onderbouwde resultaten. Het 7e AP Nitraatrichtlijn loopt t/m 2025. Pas dan kan er een reëel beeld gevormd worden over het effect van de maatregelen. Nú al met verdere extensivering is voorbarig en is geeft wellicht niet het gewenste resultaat.

Ten derde hebben agrariërs de afgelopen jaren veel geïnvesteerd. Dit in technieken op het gebied van bodem, water, natuur, milieu en klimaat. Ook hebben veel agrariërs deelgenomen aan de Eco-regeling binnen het GLB. Deze acties laten zien dat agrariërs stappen te zetten richting extensivering en verbetering van milieu en klimaat. Het specifiek aanduiden van extensivering van ruggen en beekdalen is hierbij geen stimulans en komt erg dwingend over. Dit geeft geen toekomstperspectief, omdat het mogelijk beperkingen gaat geven voor de teelt van bepaalde gewassen.

Toekomstperspectief is waar het om draait voor jonge boeren, dit hebben we nodig om een toekomst op te kunnen bouwen. Dit komt onvoldoende voor in het BPLG. Voedsel en uitgangsmateriaal is en blijft nodig, geef daarom jonge boeren de ruimte om hun vak met passie voort te zetten.